Marieke Smit

‘Zonder die buikgriep was het misschien veel later ontdekt en alles anders gelopen’.

Het is zaterdag 9 november. Ik val in op een woning en heb een 24 uurs-dienst. (Ik werk met verstandelijk beperkte mensen) Mijn collega vertelt me dat (ik noem hem Klaas) Klaas een klysma heeft gehad. 

 

Een half uurtje later ga ik Klaas uit bed halen van zijn middagtukje. Als ik zijn slaapkamer binnen ga lacht Klaas mij vrolijk toe. “Nat,” roept hij. Ik sla de plaid terug en ruik dat er meer aan de hand is. Ik zet zijn rollator voor het bed en nodig Klaas uit om te douchen. De ontlasting loopt hem dun de broek uit. 2 sporen lopen van bed naar de badkamer. Ik pel Klaas uit zijn kleren. Zet hem op de douchestoel en terwijl Klaas even geniet van het douchen vervang ik het beddengoed, dweil de grond en maakt de wc schoon. Als laatste is Klaas aan de beurt. Tevreden zit Klaas een half uur later in zijn favoriete stoel aan de cola.

‘s Nachts herhaalt dit proces zich nog 2 keer en als ik Klaas ‘s ochtends uit bed kom halen straalt hij me al toe en brult “Douchen!”

 

Maandag ben ik misselijk. Ik moet overgeven en heb diarree. Klaas had de klysma dus niet nodig, hij had al een virusje bij zich. Bij mij blijft het bij een dag maar ik houd de rest van de week wel buikpijn. Ondanks de buikpijn, ga ik zaterdag wel werken. Halverwege de dienst krijg ik steeds meer pijn tot ik pijnscheuten krijg die uitstralen naar mijn rug. Ik moet overgeven en de tranen rollen over mijn wangen.Ik bel met de dokterspost en ze willen mij meteen zien. De volgende dienst komt een uur eerder en een collega van een buurwoning houdt mijn bewoners in de gaten. Bij de dokterspost is het onduidelijk. Als eerste wordt gedacht aan een blindedarmontsteking. Maar ik mis een aantal symptomen. De dokter gaat in overleg met de spoedeisende hulp. 

 

Ik moet naar het ziekenhuis komen. Ze vertrouwen het niet. Ik pik mijn man op en dochterlief heeft ondertussen een tas in gepakt voor het geval ik moet blijven. In het ziekenhuis krijg ik meteen pijnstillers. Er wordt bloed geprikt en ik moet urine opvangen. Alleen, het plassen lukt niet. En ik mag niet drinken voor het geval ik geopereerd moeten worden. 3 uur later nog geen druppel urine. Dan toch maar een groot glas water. Uiteindelijk lukt het me om voldoende urine te produceren voor onderzoek en kan een urineweginfectie uitgesloten worden.

Volgende onderzoek. Een CT-SCAN. Er wordt contrastvloeistof ingespoten en de verpleegkundige vertelt dat het kan zijn dat het voelt alsof ik in mijn broek plas.  Ik zie de humor van de situatie in en lach er maar gewoon om. 

Na de scan duurt het een uur voordat er uitslag is. Geen blindedarmontsteking. Wel een grote cyste op een van de eierstokken. Er wordt meteen een gynaecoloog gebeld. Het is inmiddels 20.00 uur als zij arriveert. Nog wat onderzoeken en een echo later vertelt de gynaecoloog dat er inderdaad een grote cyste zit. Meestal zijn ze goedaardig maar ze wil toch gedegen onderzoek.

 

Dinsdag zit ik weer bij de gynaecoloog. Er volgen nieuwe bloedonderzoeken. Er wordt vocht uit mijn baarmoeder gehaald. Uit de tumormarkers in mijn bloed komt uit dat mijn borsten en alvleesklier schoon zijn. Mijn darmen iets verhoogd en mijn eierstokken een stuk hoger. Uit het vocht uit mijn baarmoeder kunnen ze geen conclusies trekken. Er moet een punctie gedaan worden..

De punctie levert een paar kwaadaardige cellen op. Ik word doorgestuurd van het ziekenhuis in Leiderdorp naar het LUMC in Leiden. Zodra er sprake is van kwaadaardigheid is dit het beleid. En ondertussen ben ik zo’n domme muts die elke keer inlogt op “mijn ziekenhuis” om naar de uitslagen te kijken en sta doodsangsten uit. Heel internet word door mij uitgepluist.

Okay. Ik heb dus eierstokkanker. 

Ook wel de “silent lady killer” genoemd omdat het vaak erg laat ontdekt wordt. 

We rollen door de feestmaand heen met hier en daar nog een onderzoek. De feestmaand heeft nog nooit zo lang geduurd. Ik word voorbereid op wat gaat komen. De specialisten  vermoeden eierstokkanker, stadium 3C. Dat betekent 3 x 2 chemokuren door elkaar. Daarna een operatie om het hele “zwikkie” te verwijderen en een Hipec behandeling en daarna weer 3 x 2 chemokuren. Maar eerst nog wat biopten nemen want we weten nog niet welk soortje kanker ik heb. Het is een pijnlijk onderzoek en het lukt de arts niet om voldoende materiaal af te nemen. Nog geen duidelijkheid. Daarom wordt besloten om een kijkoperatie te doen om wat materiaal af te nemen. Ondertussen heb ik al een chemomutsje besteld. Kom maar op met die kale kop.

 

Op LinkedIn ben ik mijn belevenissen gaan delen met de hashtag #IAmGonnaBeatThatShit. Ik wil “awareness” kweken. Ik krijg ontzettend veel steun en liefde van mijn connecties.

7 januari word ik opgenomen. De procedure wordt uit gelegd. Als ik uit de narcose kom staat de arts naast mijn bed. “We hebben de tumor verwijderd en meteen uw eierstokken.” Godzijdank was ik al uit de overgang.  3 weken later word ik door de gynaecoloog gebeld. We hebben een dag later een afspraak maar hij heeft goed nieuws.  De eierstokken zijn onderzocht en het ging om een mucineus ovariumcarcinoom met expansieve groeitype. In een klap van stadium 3C naar 1C.

Er wordt een tweede operatie voorgesteld. Om de baarmoeder en vetschort preventief te verwijderen en om uit de de buikholte verschillende biopten te nemen om zeker te weten dat er geen uitzaaiingen zijn.  25 februari, precies 6 weken na de eerste operatie word ik weer geopereerd. Bij het wakker worden heb ik veel pijn in de buik. Maar 2 operatie’s en al die onderzoeken vind geen enkele buik fijn.  Na 2 nachten mag ik naar huis. 

3 weken later belt de gynaecoloog. Alle biopten zijn schoon. Het stadium wordt afgezwakt naar 1A. 

En ik, ik ben weer kankervrij. 

 

‘s Avonds om 19.00 uur kijken we hoe Rutte het land toespreekt. De start van de intelligente lockdown. Een week later ben ik jarig.  Een grootse verjaardag waar ik mij op verheug wordt de stomste verjaardag ooit.  Nu, half juni heb ik geen buikpijn meer. Ben bezig met revalidatie. Concentreren is nog wel een dingetje. Energie soms ook. En ik mis mijn werk in de zorg heel erg. Maar corona en ex-kankerpatienten gaan niet samen. 

Dus dat is voorlopig ook een dingetje.  15 juli is er weer een controle afspraak. Live dit keer. Dan gaan we bespreken hoe we de controles vorm gaan geven.  Het leven na kanker is niet meer hetzelfde als voor. Ook dat moet nog een plekje krijgen.

Ondertussen ben ik Klaas dankbaar…..Zonder die buikgriep was het misschien veel later ontdekt en alles anders gelopen.