Sentinel node ovarian cancer (SONAR 2)
Pim Laven (PhD kandidaat), Sandrijne Lambrechts (gynaecoloog-oncoloog), Roy
Kruitwagen (gynaecoloog-oncoloog)
De schildwachtklier of sentinel node is de eerste lymfeklier waar een orgaan of lichaamsdeel op draineert. De histologie van deze lymfklier zegt iets over de status van de andere lymfklieren in de desbetreffende anatomische regio. Detectie van een negatieve sentinel node suggereert dat de andere lymfklieren ook negatief zijn. Een sentinel node procedure kan zodoende zorgen voor een meer accurate herkenning van de lymfklierstatus dan een aselecte lymfkliersampling. Het toepassen van dit principe is in de
dagelijkse praktijk geïntroduceerd bij diverse tumoren zoals mamma- en vulvacarcinoom, en wordt momenteel onderzocht bij het cervix- en endometriumcarcinoom. Studies naar de identificatie bij het ovariumcarcinoom zijn tot op heden zeer beperkt. In twee studies werd de tracer direct in het ovarium gespoten. Dit kan lastig zijn bij het bestaan van een grote ovarium tumor. Bovendien bestaat een reële kans op spill. De onderzoekers hebben aangetoond dat door injectie van de tracers (blauwe kleurstof en technetium-99-m-gelabeld albumine nanocolloid) in de ovariële ligamenten (ophangbanden van de eierstok) met aldus geen risico op spill, deze tracers na een incubatietijd van 15 minuten kunnen worden herkend in 1-4 lymfklieren, zijnde aldus de mogelijke de sentinel nodes. De locaties waar de sentinel nodes werden gevonden, correleerden goed met de belangrijkste lokalisaties van lymfkliermetastasen bij patiënten met een klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom.
Bij verdenking op een klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom ondergaat de patiënte een buikoperatie waarbij het aangedane ovarium wordt verwijderd en aangeboden voor een zg. vriescoupe-onderzoek. Daarbij wordt een versneld onderzoek verricht door de patholoog waardoor de operateur na ongeveer 45 minuten een (voorlopige) uitslag krijgt, wel of niet maligne. Ondanks een
zorgvuldige pre-operatieve selectie, blijkt 25-50% van deze patiëntengroep uiteindelijk (gelukkig) geen ovariumcarcinoom te hebben. Dat betekent ook dat bij dit percentage van patiënten de tracers onnodig zijn ingespoten omdat het opsporen van de sentinel node dan niet nodig is. Met hulp van de toegekende subsidie van Ruby and Rose hebben de onderzoekers de afgelopen 2 jaar, in samenwerking met het Radboud UMC Nijmegen en het AVL Amsterdam, na het verkrijgen van informed consent, bij patiënten de tracers pas ingespoten nadat de uitslag ‘ovarumcarcinoom’ bekend was op basis van dit vriescoupe-onderzoek, of tijdens een 2e ingreep na enkele weken omdat de uitslag ‘ovariumcarcinoom’ pas werd gesteld op basis van de definitieve uitslag van de patholoog. Aldus werden de tracers geïnjecteerd in de restant stompen van de ovariële ligamenten. De inclusie van patiënten voor deze
studie verliep helaas nogal traag. Van de beoogde 20-25 patiënten bij de start van de studie, zijn tot op heden slechts 12 patiënten geïncludeerd, bij 3 patiënten tijdens een 2e ingreep. Bij in totaal slechts 3 patiënten (25%; 3 van de 9 patiënten wegens uitslag maligniteit bij vriescoupe onderzoek, en 0 van de 3 patiënten tijdens 2e ingreep) werden lymfklieren geïdentificeerd die de tracer hadden opgenomen. Aldus lijkt de toediening van tracer nadat het ovarium is verwijderd beduidend minder betrouwbaar om
de sentinel node(s) te identificeren.
Inmiddels wordt ook in andere centra (Finland, Italie, Spanje) onderzoek verricht naar het opsporen van de sentinel node bij ovariumcarcinoom tijdens de 1e ingreep, waarbij al of niet met kleine aanpassingen gebruik gemaakt wordt van de initieel door de onderzoekers beschreven techniek (injectie van tracer in de ovariële ligamenten). Zonder uitzondering komen deze studies
tot vergelijkbare resultaten, dat wil zeggen dat bij vrijwel alle patiënten lymfklieren zijn herkend die de tracer hebben opgenomen. Momenteel wordt, in samenwerking met collega Alessandro Buda (Monza Universiteit Italië), een review (overzicht van alle studies met bijbehorende uitkomsten) uitgewerkt.
Met de uitkomsten van dit review willen de onderzoekers een (internationaal) uniforme techniek voorstellen en daarmee de beoogde internationale prospectieve studie gaan starten waarbij de accuraatheid van de sentinel node procedure bij het epitheliaal variumcarcinoom definitief bepaald gaat worden. In dit kader zal tijdens het 22e Nederlands-Vlaams Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie in april 2019 ook aandacht worden besteed aan deze studie in de vorm van een voordracht getiteld ‘SN bij het ovariumcarcinoom: work in progress’.